Allereerst een opmerking over herinstallaties. Bij Debian zal zich slechts zeer zelden een omstandigheid voordoen die een volledige herinstallatie noodzakelijk maakt. Wellicht is een mechanisch falen van de harde schijf de meest voorkomende situatie.
Bij veel courante besturingssystemen kan een volledige herinstallatie nodig blijken wanneer kritieke fouten optreden of voor een upgrade naar een nieuwe versie van het besturingssysteem. En zelfs als een volledige herinstallatie niet nodig is, moeten vaak de programma's die u gebruikt geherinstalleerd worden om behoorlijk te functioneren onder het nieuwe besturingssysteem.
Onder Debian GNU/Linux is het veel waarschijnlijker dat uw besturingssysteem niet vervangen moet worden maar gerepareerd kan worden als er dingen fout gaan. Voor opwaarderingen is nooit een volledige herinstallatie vereist. U kunt steeds het bestaande systeem opwaarderen terwijl het systeem blijft functioneren en bijna steeds zijn de programma's compatibel met opeenvolgende releases van het besturingssysteem. Indien een nieuwere versie van een programma ook nieuwe ondersteunende software vereist, zorgt de manier waarop Debian pakketten maakt ervoor dat alle software die benodigd is, automatisch wordt geïdentificeerd en geïnstalleerd. Omdat zoveel aandacht is besteed aan het voorkomen van de noodzaak om opnieuw te installeren, zou u dat als uw allerlaatste redmiddel moeten beschouwen. Het installatiesysteem is niet ontworpen om een installatie over een bestaand systeem heen uit te voeren.
Hier volgt een draaiboek met de verschillende stappen van het installatieproces.
Een reservekopie maken van alle bestaande gegevens of documenten op de harde schijf waarop u de installatie wilt uitvoeren.
Informatie verzamelen over uw computer en alle benodigde documentatie voor u met de installatie begint.
De installatiesoftware erbij nemen en/of downloaden, evenals eventuele gespecialiseerde stuurprogramma's of firmware-bestanden die uw computer vereist.
De opstartmedia klaar maken, zoals CD's/DVD's/USB-sticks of een infrastructuur voorzien om het installatieprogramma over het netwerk te kunnen opstarten.
Het installatiesysteem opstarten.
De taal selecteren waarin de installatie uitgevoerd wordt.
De ethernet-netwerkverbinding activeren als die beschikbaar is.
Zo nodig op de doelschijf de grootte van bestaande partities aanpassen om plaats vrij te maken voor de installatie.
De partities waarop Debian geïnstalleerd zal worden aanmaken en aankoppelen.
Toekijken op het automatisch downloaden/installeren/instellen van het basissysteem.
Selecteren en installeren van extra software.
Een bootloader (bootloader) installeren die in staat is om Debian GNU/Linux en/of uw bestaande systeem op te starten.
Het pas geïnstalleerde systeem voor de eerste maal laden.
Voor 64-bit PC heeft u de mogelijkheid om een grafische versie van het installatiesysteem te gebruiken. Raadpleeg Paragraaf 5.1.6, “Het grafische installatiesysteem” voor bijkomende informatie over dit grafisch installatieprogramma.
Indien u tijdens de installatie moeilijkheden ervaart, kan het nuttig zijn om een beeld te hebben van de pakketten die een rol spelen in de verschillende stappen. Wij stellen de belangrijkste software-acteurs uit dit installatietoneelstuk aan u voor:
De installatiesoftware, debian-installer
, is het voornaamste onderwerp van deze handleiding. Zij verzorgt de herkenning van hardware en laadt geschikte stuurprogramma's, gebruikt dhcp-client
om de netwerkverbinding op te zetten, start debootstrap
voor de installatie van de pakketten voor het basissysteem en voert tasksel
uit om u in staat te stellen bepaalde bijkomende software te installeren. Nog veel meer acteurs spelen kleinere rollen in dit proces, maar de taak van debian-installer
is achter de rug als u het nieuwe systeem voor de eerste maal laadt.
Om het systeem aan uw behoeften aan te passen, biedt tasksel
u de mogelijkheid om diverse voorgedefinieerde softwarebundels, zoals een webserver of desktopomgeving, te installeren.
Een belangrijk keuzemoment tijdens de installatie is de vraag of er al dan niet een grafische desktopomgeving geïnstalleerd moet worden. Dat bestaat uit het 'X Window System' en één van de beschikbare grafische desktopomgevingen. Indien u ervoor kiest om de taak “Desktopomgeving” niet te selecteren, zult u enkel beschikken over een relatief basaal systeem dat via de commandoregel aangestuurd wordt. Het installeren van de taak 'desktopomgeving' is optioneel omdat het vergeleken met een systeem dat uitsluitend in tekstmodus werkt, een relatief grote hoeveelheid schijfruimte nodig heeft en omdat veel Debian GNU/Linux-systemen als server dienst doen en die hebben niet echt behoefte aan een grafische gebruikersinterface om hun taak te vervullen.
U moet weten dat het 'X Window System' volledig los staat van debian-installer
en in feite veel complexer is. Het oplossen van problemen met het 'X Window System' valt buiten het bestek van deze handleiding.